tekst Edwin Verhoeven, 22-3-2016

Afgelopen vrijdag zag in het ateliergebouw van HKU Fine Art de nieuwe roman van schrijver en docent Willem du Gardijn het levenslicht. Na zijn Monografie van de Mond (2008) en de verhalenbundel Negen Raven (2011) is er nu Bevrijding. De weg ernaartoe is op zijn minst beklemmend te noemen: in Bevrijding kruipen we in de huid van kunststudent Johnny Mooijman, die hevig worstelt met zowel de liefde als zijn afstudeerproject.

Du Gardijn hoopt dat de zoektocht van Johnny Mooijman die van de lezer wordt. ‘Als auteur wil je dat de lezer zich met de hoofdpersoon en het conflict identificeert. ‘Daarbij vind ik het niet erg als dit boek morele verontwaardiging oproept, hoewel dat de identificatie mogelijk juist problematiseert.’ Bevraagt het boek de moraal? ‘Ja, maar zonder zelf moralistisch te zijn, althans dat hoop ik. Een goed boek onthult hoe menselijke verhoudingen in elkaar steken. Voor onthulling is het schandaal nodig, dat is Johnny Mooijmans idee. Onthulling gaat niet zonder geweld, niet zonder seks, niet zonder pijn en ook niet zonder liefde.'
 
stotteren
Tijdens de lancering vertelde Du Gardijn dat het personage Roland Lips is gebaseerd op een (aanwezige) student Fine Art en dat hij hem vooraf toestemming heeft gevraagd. Aangezien er geen onoverkomelijke bezwaren waren, zal hij dus niet klagen na lezing van Bevrijding. Een ander personage, Harrie Peeterse, heeft geen verdere introductie nodig. Heeft Du Gardijn de echte Harrie Peters ook vooraf op de hoogte gesteld? ‘Jazeker, ik heb hem er vaak over gesproken en hij had er niets op tegen een personage in mijn roman te zijn. We hebben er veel grappen over gemaakt. Vrijdag zei hij toen hij vertrok: I see you in court. Harrie was hoofd Fine Art in de roerige jaren 90 die ik beschrijf. Hij stotterde ook in het echt, daar heeft hij nu geen last meer van. Eigenlijk was dat stotteren - behalve voor hem - iets moois. In het boek zegt Mooijman ook: Kunnen we iets anders dan stotteren wanneer we naar een anus kijken?’

‘Ik ben niet moreel verantwoordelijk voor mijn personages’
Een schandaal naar aanleiding van het boek zal Du Gardijn niet verrassen. ‘Er zou maar zo een baksteen door mijn voorruit kunnen vliegen. Als je je verdiept in het boek, kan het haast niet anders dan dat er ophef ontstaat. Het is me bijvoorbeeld afgeraden om de passage over Anne Frank op te nemen in het boek, maar ik wil mezelf niet censureren. Daarbij ben ik niet moreel verantwoordelijk voor mijn personages. Mooijman vindt dat het grootste schandaal aan de mens zijn anus is. De mond is zijn grootspraak en hebberigheid, de anus zijn afgang. Laat die dan maar zien. Ik ontken niet dat dergelijke uitspraken provocerend zijn. Maar heeft hij ongelijk?'
 
De passages over de beoordelingen van werk zullen voor studenten herkenbaar zijn.  In hoeverre is de student ook werkelijk een soort speelbal van de beoordelingscommissie? ‘Je kunt het redelijk sturen door als student goed werk te leveren,’ stelt Du Gardijn. ‘Maar zekerheid heb je niet, je weet nooit hoe een werk overkomt. Curieus is overigens dat niet alleen het werk maar ook de beoordeling zelf moeilijk toetsbaar is. Natuurlijk moet een docent het onderscheid kunnen maken tussen zijn persoonlijke voorkeuren en de kwaliteiten van een werk. Maar geheel objectief wordt het nooit, kunst heeft geen vaste maten. In de wetenschap, daar kun je toetsen: meten is weten.'
 
verhoudingen
Wat staat dan centraal tijdens een beoordeling aan een academie? ‘Kunst gaat vooral om een ervaring. Dat was in de jaren 90 voer voor discussie. Er ontstond veel verwarring tijdens beoordelingen, allerlei andere zaken speelden mee. Seks, relaties, macht, noem maar op. Let wel, ik beschrijf de jaren 90, dit is niet de academie van nu.  Er waren destijds zeker verhoudingen tussen docenten en studenten. Ik heb die heftige tijd meegemaakt en als beginnend docent met verbazing gadegeslagen. In de loop der tijd zag ik de academiecultuur totaal veranderen; er is nu veel minder misplaatste autoriteit. Docenten zijn zo lief.'

Dit interview is ontleend aan .unst, onafhankelijk podium van HKU